Als het bijna moeiteloos mag worden

Als het bijna moeiteloos mag worden

k zag het pas achteraf.

Hoe ik mezelf klem had gezet.

Hoe ik dingen had uitgesteld,

niet vanuit gemakzucht,

maar uit iets anders.

Iets diepers.


De sessies die ik mocht oefenen vanuit mijn opleiding —

ik had ze allang kunnen plannen.

Gewoon één per week.

Met vriendinnen.

Op mijn ritme.


En tóch deed ik het niet.


Ik liet het liggen.

Wachtte te lang.

Maakte het onnodig ingewikkeld.

En uiteindelijk moest ik in een paar dagen proppen

wat verspreid en zacht had mogen ontstaan.


Waarom?


Omdat het té moeiteloos leek te mogen worden.


Ik kreeg ruimte.

Ik kreeg vertrouwen.

Ik kreeg zelfs een opleiding betaald via mijn werk.

Het klopte.

En tóch…

begon ik te wiebelen.


Niet openlijk.

Niet met grote drama’s.

Maar onderhuids.


Ik ging twijfelen.

Aan het model.

Aan de vorm.

Aan of het wel écht bij me past.

Aan of ik het wel via mijn werk moest doen.


En ergens wist ik wel:

dit zijn geen echte bezwaren.

Dit is mijn systeem

dat op de rem trapt

nu het begint te stromen.


Want als ik dit gewoon zou aannemen,

gewoon zou oefenen,

gewoon zou groeien…

dan zou ik het moeten toelaten.


De zachtheid.

De stroom.

De mogelijkheid

dat het wél klopt.


En blijkbaar is dát nog het spannendst.


Niet dat iets botst.

Niet dat iets niet past.

Maar dat iets ineens wél past.

Dat ik zomaar iets mag doen

wat me voedt én verder brengt.

Zonder schuld.

Zonder strijd.


En dus saboteer ik.

Niet grof.

Maar subtiel.

Door uit te stellen.

Te verdraaien.

Te wachten.

En me dan wanhopig af te vragen

hoe ik het nu nog allemaal geregeld krijg.


Maar het inzicht kwam niet ineens.

Het kwam — zoals dat bij mij vaker gaat —

via een trigger.


Er werd iets ouds geraakt.

Niet groots.

Niet heftig.

Maar precies scherp genoeg om iets te laten schuren.


En dan begint het proces.


Eerst de buitenlaag.

Gedachten. Oordelen.

Dat ik het niet handig had aangepakt.

Dat het strakker gepland had moeten worden.

Dat ik iets over het hoofd had gezien.


Dan een laag dieper.

De waarom.

Waarom liet ik het liggen?

Waarom voelde ik weerstand?

Waarom maakte ik het zwaarder dan het hoefde te zijn?


En dan nog dieper.

Waar herken ik dit van?

Wanneer deed ik dit eerder?

Wat zegt dit over hoe ik mezelf zie?


Ik voel.

Ik luister.

Ik observeer mijn eigen reacties.

Niet om mezelf af te wijzen —

maar om mezelf te doorgronden.


En dan ineens…

komt de kern omhoog.


Ik gun het mezelf nog niet volledig.


Ik vertrouw het niet helemaal wanneer iets wél moeiteloos mag gaan.


Overvloed, vrijheid, gemak — ik vind het spannend.

Want als ik het écht zou ontvangen… wat zou er dan allemaal mogelijk worden?


En dán kan ik ademhalen.


Want nu weet ik waar het over gaat.

Niet over planning.

Niet over het model.

Niet over de vorm.


Maar over een oud stuk dat zegt:

“Jij moet het verdienen.”

“Jij moet het dragen.”

“Voor jou is het niet zomaar.”


En als ik dat zie,

kan ik zachter worden.

Niet perfect,

maar wel bewuster.


Dan hoef ik mezelf niet meer te saboteren.

Dan kan ik opnieuw kiezen.

Dan kan ik — zelfs nu —

deze ervaring alsnog gebruiken om iets nieuws te openen in mij.

Terug naar blog